“Beter zicht krijgen op de gezinssituatie en steun bieden daar waar nodig, is een waardevolle benadering om te voorkomen dat de kinderen later eenzelfde problematiek ontwikkelen.”
In stap 2 probeer je zicht te krijgen op het welzijn van de kinderen en hoe het gesteld is met hun veiligheid in de thuissituatie.
Aandachtspunten
- Tracht zicht te krijgen op de veiligheid en het welzijn van de kinderen in het gezin.
- Tracht zicht te krijgen op de impact van de detentie. Pols naar de arrestatie en in welke mate het kind op de hoogte is van de detentie.
- Tracht zicht te krijgen op de ondersteuningsbehoeften van het gezin.
- Overleg steeds met andere collega’s of een expert om een eerste inschatting te maken van de veiligheid en het welzijn van de kinderen. Een thuissituatie als verontrustend bestempelen is een subjectief gebeuren. De eigen waarden en normen kunnen uw oordeel kleuren.
- Noteer in het dossier wanneer u een niet-pluisgevoel over de thuissituatie heeft en waarom.
Welke vragen kan ik stellen om zicht te krijgen op het welzijn van de kinderen?
- Hoe zie je je ouderrol tijdens je detentie?
- Weet je kind dat je in de gevangenis zit? Heb je enig idee wat de situatie voor hen betekent? Hoe gaan ze ermee om?
- Welke ondersteuning zou welkom zijn voor jou en je gezin?
- Arrestatie en detentie kunnen ingrijpend zijn voor een kind. Bij wie kunnen de kinderen terecht om hierover te praten?
- Wie kan je achterblijvende partner bellen voor ondersteuning in de zorg voor de kinderen? Wat kunnen zij voor jou, je partner en de kinderen doen?
- Zijn er zorgen over de thuissituatie van je kinderen die je wilt delen? Denk je dat ze voldoende zorg en begeleiding krijgen?
- Ben je bezorgd over de kinderen vanwege jouw situatie?
Wetenschappelijke literatuur
Er bestaan in de wetenschappelijke literatuur geen vaste regels over wat een goede opvoeding precies is. Elke ouder, elk kind en elke situatie is immers anders. Er bestaan ook geen meetinstrumenten die verduidelijken of ouders hun kind wel of niet voldoende ondersteunen. Hulpverleners beantwoorden deze vraag veelal op basis van persoonlijke en professionele intuïtie.
Hoewel er geen normering bestaat over de juiste manier van opvoeden, zijn er 2 theoretische kaders die als kapstok kunnen dienen om de veiligheid van kinderen in kaart te brengen en te bepalen of er nood is aan bijkomende ondersteuning.
Het framework for the assessment of children in need and their families van Gray (2001) beschrijft 20 voorwaarden om te kunnen spreken van goed ouderschap. Het theoretisch kader deelt de 20 voorwaarden op in 3 categorieën:
- De ontwikkelingsnoden van het kind of de jongere;
- De opvoedcapaciteiten van de ouders;
- De bredere gezins- en omgevingsfactoren.
Volgens Heiner en Bartels (1989) en Zijlstra (2012) moet een ouder aan 14 voorwaarden voor “goed genoeg” ouderschap voldoen.
Beide kaders bieden houvast om een goed beeld te krijgen van de opvoedingssituatie en te beoordelen of de opvoedingssituatie pluis of niet-pluis is. Wanneer er in grote mate van de voorwaarden wordt afgeweken, zijn de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen mogelijk bedreigd.
De verschillende rollen binnen stap 2 naar beroepsgroep
Bewaking
Alertheid voor signalen en deze signaleren. Laagdrempelige gesprekken rond de kinderen en ouderschap niet uit de weg gaan.
Directie
Binnen onthaalgesprek vragen naar kinderen en ouderschap en een eerste detectie ondersteuningsbehoeften en niet-pluisgevoel. Registratie van informatie rond kinderen.
Psychosociale dienst
Binnen onthaal en verdere gesprekken voor kinderen, ouderschap en thuissituatie. Gesprek over impact van detentie op gezin. Identificatie van ondersteuningsbehoeften en detectie niet-pluisgevoel.
Hulp en dienstverlening
Intake gaat in op kinderen en ouderschap en peilt naar veiligheid & welzijn van kinderen in thuissituatie. Er wordt gepolst naar impact van detentie op gezin en psycho-educatie gegeven. Ook de ondersteuningsbehoeften worden in kaart gebracht.