FAQ

Is er iets nog niet helemaal duidelijk?

Bij de FAQ vind je een aantal veel gestelde vragen.

Vraag je je af hoe je de Kindreflex in de praktijk kan omzetten? In de praktijkverhalen lees je hoe anderen met de Kindreflex aan de slag gingen.

We verwachten dat elke professional (hulpverlener, verpleegkundige, justitieassitent, …)  in staat is om stappen 1 en 2 van de Kindreflex zelfstandig uit te voeren:

  • voer een gesprek over de kinderen en het ouderschap;
  • peil naar de veiligheid thuis en het welzijn van de kinderen.


We verwachten ook dat er binnen elke organisatie of partnernetwerk, vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid, de mogelijkheid is om steeds stap 3 uit te voeren: ondersteun de volwassene in zijn rol als ouder.

De volgende stappen die gericht zijn op het omgaan met verontrusting, zijn meer situatie-gebonden maar moeten ook binnen de organisatie en via partners kunnen worden opgenomen. Concreet betekent dit dat je met een niet-pluisgevoel aan de slag gaat en samenwerking aangaat.

Bij korte of eenmalige contacten is het extra belangrijk om binnen en buiten de organisatie goede afspraken te maken over wat je kan doen wanneer je ongerust bent. Het vraagt een efficiënte manier van werken, afspraken maken, samenwerking en meldingen maken als nodig. Wanneer je minder tijd doorbrengt met ouders, zijn er nog steeds mogelijkheden om elk stap van de Kindreflex in te vullen.

We raden aan om vanaf het eerste contact te vermelden dat je werkt in een organisatie die de Kindreflex hanteert. Je kan aangeven dat het thema kinderen en ouderschap een standaard onderdeel is van de manier van werken binnen je organisatie. Zo kan je op een positieve wijze met de cliënt een gesprek aangaan over de kinderen en zijn rol als ouder. Het hoort er als het ware gewoon bij net zoals je misschien nota’s neemt of een dossier aanlegt.

Idealiter neem je eerst telefonisch contact met OCJ rond de situatie die je zou willen aanmelden. Als uit dit gesprek de conclusie volgt dat je de situatie officieel wil melden dan zijn er twee manieren:

  • Ofwel heb je toegang tot Domino (dossier minderjarigen opvolgingssysteem) en dien je je motivatie via deze weg in. Meer info vind je hier.
  • Heb je geen toegang tot dit systeem dan kan je een schriftelijke versie bekomen bij je regionaal OCJ dat je dan na overleg invult als motivatiedocument en bij OCJ bezorgt. Vind hier de contactgegevens van je plaatselijk OCJ.

Wil je meer informatie over melden bij een gemandateerde voorziening? Dan verwijzen we je graag naar STAP 6.

Je kan altijd melden. Het is altijd helpend en meer werkbaar als aanmelders beschikbaar blijven maar het kan gebeuren dat dit niet mogelijk is. Het is nog altijd beter dat er gemeld wordt dan dat er niets gebeurt. Dit, omdat vroegdetectie de belangrijkste bescherming is. Hoe jonger het kind, hoe groter de schade, hoe sneller we kunnen ingrijpen, hoe meer kans op herstel. Hoe sneller we zijn op het hulpcontinuüm, hoe meer het kan betekenen voor het kind.

Intrafamiliaal geweld moet altijd met de ouders besproken worden. Dit omdat geweten is dat de impact van het zien of horen van intrafamiliaal geweld op kinderen even groot is dan wanneer ze zelf zouden delen in de klappen. Ouders denken vaak dat de kinderen het niet hebben gezien of gehoord. Kinderen merken het evenwel altijd. Wanneer kinderen geen uitleg krijgen over wat er gaande is in het gezin, gaan ze zelf op zoek naar verklaringen en leggen ze vaak de schuld bij zichzelf. Het is belangrijk om te erkennen wat er gebeurd is, er taal aan te geven en herstel na te streven. Het is goed om ouders te stimuleren om met hun kinderen in gesprek te gaan. Mogelijk kan je hen hierin als professional ondersteunen.

Meer informatie over het betrekken van kinderen en het praten met kinderen vind je in de infofiche: Praten met kinderen.

Voel je je niet comfortabel om hier zelf mee aan de slag te gaan, betrek dan een collega of een andere dienst.

Geen antwoord gevonden op je vraag?