Begeleidingsteam gezin en relaties CAW
In het begeleidingsteam wordt een gezin met een dochter van 5 begeleid.
Moeder is al enkele jaren (periodes samen met vader) in begeleiding. Ze werd destijds aangemeld omwille van relatieproblemen en een grote mate van angst bij moeder (angst dat er met de dochter iets zou gebeuren vooral gericht op fysiek vlak/ziekte). Het gezin heeft echter veel inkijk van de paternale grootmoeder (86 jaar). Moeder en zij hebben een erg conflictueuze relatie.
De begeleiding was in afronding voor de lockdown. De eerste periode van de lockdown is er weinig contact. Uiteindelijk stuurt vader een mailtje waarin hij zijn bezorgdheid uit. De pandemie en de lockdown triggert de bezorgdheid van moeder. Hoewel de dochter in de kleuterklas zit en naar school mag, beslist moeder van bij de start van de pandemie om de dochter thuis te houden en haar met niemand nog in contact te brengen, uit angst voor een besmetting. Vader of moeder komen enkel nog buiten voor het hoogstnoodzakelijke. Er zijn om de twee weken (soms wekelijks) zoom gesprekken met moeder.
Stap 3
Ouderschap als vast item in de begeleidingsgesprekken zorgt ervoor dat cliënten zich volwaardiger ondersteund voelen. Het zorgt er bovendien voor dat problemen sneller besproken worden en sneller verholpen kunnen worden.
De vele conflicten tussen moeder en vader, met de paternale grootmoeder (waar zij dagelijks per zoom contact mee heeft) en groeiende angst bij moeder om besmet te raken en haar kind te besmetten, wekt bij de begeleider een bezorgdheid op naar de ontwikkeling en het welzijn van de dochter. De dochter heeft de voorbije tijd immers geen leeftijdsgenoten gezien, noch familie of bekenden en is letterlijk opgesloten in huis.
Tijdens de zoom sessies wordt er met moeder ingezoomd op hoe het voor haar is en voor haar dochter om omwille van een pandemie gebonden te zijn aan thuis. Er wordt over moeders angst voor besmetting gesproken worden en hoe dit zich vertaalt in haar moederschap. De vader wordt eveneens uitgenodigd om deel te nemen aan de gesprekken. Hij laat duidelijk horen dat hij wenst dat de dochter terug naar school gaat.
Laat ouders reflecteren over de impact van de problemen op de kinderen.
Met moeder wordt er ingezoomd en stilgestaan bij de nood die kinderen hebben aan contact met andere kinderen en het belang hiervan voor hun ontwikkeling en hun welzijn. Moeder kan dit horen. De hulpverlener moedigt moeder aan om een aantal stappen te zetten. Zo neemt moeder contact op met de juf van school. Er is op dit moment regelmatig contact tussen de juf en moeder. Er is opnieuw een brug gemaakt tussen moeder en de school. De begeleider spreekt met moeder en vader een datum (na het paasverlof) af wanneer de dochter terug naar school zal gaan maar de corona cijfers worden slechter en de lockdownmaatregelen verstrengen. De angst van moeder voor besmetting neemt opnieuw toe.
Relevante netwerkfiguren betrekken vergroot de veiligheid.
Ondertussen zijn we begin juni en de maatregelen worden versoepeld. Tussen de sessies in wordt moeder aangespoord kleine stappen te zetten. Er wordt naar een speeltuintje gegaan, er wordt met een vriendje afgesproken, … Moeder zet stapjes, vader blijft wat aan de zijlijn toekijken. Het is nog steeds de bedoeling dat de dochter terug naar de kleuterklas kan gaan voor de grote vakantie. Op dit moment is dit nog niet gelukt. Er is via zoom contact geweest tussen de dochter en haar klasgenootjes (door de medewerking van de school)
Maar ondertussen is er bij moeder een bewustzijn gekomen over welke moeder ze wil zijn, heeft ze boeken gekocht, luistert ze naar podcast en is ze tot het besluit gekomen dat haar eigen kwetsuren het moederschap soms overschaduwen.